De opkomst was groot en divers, de toespraken bevlogen en ook de burgemeester sprak, dit jaar voor het eerst.

Zoals elk jaar is ook deze Keti Koti-maand op 1 juni geopend met de kranslegging bij de ambtswoning van de burgemeester, georganiseerd door Stichting Eer en Herstel. Dit jaar – 150 jaar na de formele afschaffing van de slavernij – is extra bijzonder. De opkomst was groot en divers, de toespraken bevlogen en ook de burgemeester sprak, dit jaar voor het eerst.

De dag begon met een Keti Koti Memrewaka, een herinneringstocht langs de grachtenpanden van voormalige slavenhandelaren. Daarna ging het officiële gedeelte van start met de kranslegging naast de herdenkingssteen voor de ambtswoning van de burgemeester op Herengracht 502.
Dat de stoet in aantocht is, is al ver voordat deze ook te zien is, te horen. Over de brug over de Vijzelstraat komt een vrolijke optocht van meisjes, vrouwen en mannen in traditionele kleding, begeleidt door brassband New Legends Brass. Aangekomen zegent Marian Markelo de bijeenkomst in met een plengoffer. Water en brood worden voor de voorouders geofferd aan het water van de Herengracht. Gevraagd wordt om liefde, inzicht en kracht voor alle betrokkenen.

 

Memorabel’
Het Surinaamse volkslied volgt: God zij met ons Suriname, eerst in het Sranantongo, daarna in het Nederlands. Iedereen zingt mee, ook de Amsterdamse wethouder Andrée van Es. Afgesloten wordt met het Wilhelmus. Van Es geeft geen toespraak, maar vertelt tegen de verslaggever dat ze er vandaag wel bij wil zijn omdat dit ‘een memorabele maand’ gaat worden. “We moeten samen onder ogen zien wat er in het verleden is gebeurd, om samen verder te kunnen.” De begeleiders van de Kabra Boto, de replica van de galeiboot die de voorouders van Afrika naar West-Indie bracht, worden gevraagd in het midden van de toehoorders te gaan staan. Pa Dondru en twee vrouwen, zijn traditioneel gekleed in doeken, waarbij de vrouwen een enorme hoeveelheid bloemen op hun hoofd dragen.

 

Hoofden en harten
Dan beginnen de diverse toespraken. Roy Groenberg, voorzitter van de Stichting Eer en Herstel krijgt het woord, net als Joan Ferrier, voorzitter van de Stichting Herdenking Slavernijverleden 2013 en Eddy Campbell, voorzitter van NiNsee. Maar ook dichters en representanten van de verschillende bevolkingsgroepen. Bevlogen wordt gesproken over het slavernijverleden dat zich niet laat vergeten; het werkt nog steeds door in het heden, in de hoofden en harten van de nazaten van de tot slaaf gemaakten. Elke toespraak krijgt een groot applaus.

 

Misdaad
En dan is het woord aan de burgemeester. Het lijkt alsof hij op zich laat wachten, en door het publiek wordt een vrolijk ‘Vader Jacob, slaapt gij nog’, ingezet. Maar de burgemeester is op tijd, benadrukt de inleider: ‘wij lopen vóór.’ Van der Laan: “Slavernij is een belangrijke bouwsteen geweest voor het economisch succes van Amsterdam. Maar het was niet minder dan een misdaad die ons generaties later nog altijd bezighoudt. Ik vind het volkomen terecht dat u met uw vuist op tafel slaat. Maar wij, als stadsbestuur, luisteren ook.” Samen met Joan Ferrier legt Eberhard van der Laan de krans naast de herdenkingssteen, waarvan de tekst begint met de regels: ‘Zolang de herinnering leeft, is het leed niet voor niets geleden.’ Het is het startsein voor de andere aanwezigen om de vele meegebrachte bloemen en kransen ook bij de herdenkingssteen neer te leggen.

Filmpje op YouTube van de Opening Keti-Koti maand met toespraken